Het is lente en de dagen lengen weer. Dat betekent echter wel dat je steeds vroeger moet opstaan om de dag te zien ontwaken. Gelukkig ben ik een ochtend mens en vind ik het heerlijk om de dag in alle rust ergens midden in de natuur te verwelkomen. Drie dagen lang op rij is er kans op mist. Drie dagen misschien een heel klein feestje dus voor mij als landschapsfotograaf. Ik ben een enorme liefhebber van mistige ochtenden, en daarvoor sta ik graag vroeg op. En dat terwijl het aantal mistdagen juist schijnt af te nemen, als gevolg van luchtvervuiling, las ik onlangs in een artikel. Mist is er de eerste twee dagen zeker. Prachtige flarden mist sieren het landschap tot sprookjesachtige taferelen. Ergens bij een slootje sta ik vol verwondering te kijken naar wat er zich pal voor mijn ogen afspeelt. Het is windstil en ik hoor de eendjes en de kikkers kwaken terwijl de koeien ergens vanuit het niets lijken staan te loeien. Soms vergeet ik gewoon om de ontspanknop van mijn camera in te drukken, zo word ik afgeleid door de schoonheid van de natuur. De derde dag is compleet anders. Er is bijna helemaal geen mist. Ik baal. Maar is het wel terecht dat ik baal? De afgelopen dagen ben ik toch zeker al meer dan genoeg verwend met prachtige ochtenden? Ik rijd langs de plekken waar doorgaans snel mist is, maar het is te weinig… er zit niets anders op dan onverrichte zaken huiswaarts te keren. Ik merk dat er een dosis frustratie op komt zetten. Het tekort aan slaap heeft duidelijk zijn effect op mijn humeur (ik ken mezelf onderhand goed genoeg). Maar dan… ineens… pal voor mijn ogen… Koeien verlaten de stal en lopen een weiland in. En juist daar hangt mist. En juist daar ben ik. Inmiddels is de zon aan het opkomen en zorgt voor een mooi strijklicht vanaf de zijkant. Er is een sloot, er staan veldbloemen. Alles komt samen op de juiste plek.
Geluk?
Taede Smedes